Stiekeme uitspatting
In mijn studententijd, inmiddels drie decennia geleden, was het vegetarisme de norm. Dat wil zeggen in mijn eigen bubbel, toen nog subcultuur geheten, van de sociale wetenschappen. Wij studenten politicologie, sociologie, antropologie en Derde-Wereld-studies troffen elkaar in de 'socio-kantine' waar we alle argumenten tegen vlees eten toen al moeiteloos oplepelden. Eén keer per jaar bezondigden mijn vriendin en ik ons aan een stiekeme uitspatting - nu 'guilty pleasure' geheten: we aten op onze fietsvakantie een spekpannenkoek. Oei, oei, oei! Maar aan tien jaar (goeddeels) vegetarisme kwam een eind toen ik een beetje zwanger raakte en een bevriende vegetarische kinderarts het aanstaande ouderpaar aanraadde in die toestand af en toe juist wél wat vlees te eten. Beter voor de lichamelijke conditie van vooral moeder en kind. En vader toonde zich solidair. Sindsdien eten we af en toe biologisch vlees van beesten uit de buurt, tegenwoordig flextarisme genoemd. Maar heel soms als ik in de stad ben, bezondig ik mij aan een carnivore hap die niet aan mijn eigen criteria voldoet: een saucijzenbroodje of - nog genanter -rookworst van de Hema! Aan het saucijzenbroodje is inmiddels niet zo veel ongemakkelijks meer: de vegetarische Hema-variant blijkt minstens zo lekker als die met vlees. Of lekkerder eigenlijk want zonder de bijsmaak van fout vlees. Maar die Hema-worst. Dat knapperige happen, die hartige bite in dat sappige zilte stevige vlees met daarbij dat frispittige van een klodder mosterd. 'Dat hadden we niet van die Bussink verwacht', zie ik de net op dat moment in de winkelstraat langslopende kennissen denken. Maar ook de Hema-worst kent nu een vegetarische variant, dus alles opgelost, zou je denken. Nou, nee, sorry, die is toch gewoon echt niet lekker. Wel zijn er nu gelukkig Hema-worsten met biologisch keurmerk. Ja, ik weet het, het is en blijft vlees. Schat, had je niet nog wat nodig uit de stad?
Gepubliceerd in Genoeg, herfst 2021, in de rubriek Voor de Bijl (over Guilty pleasures).